9b. Peking
Door: Matthijs
Blijf op de hoogte en volg Matthijs
17 Oktober 2012 | China, Peking
Terwijl de trein Peking nadert realiseer ik mij opeens dat ik werkelijk geen flauw idee heb wat te moeten verwachten van deze stad. Wegens het drukke studentenleven in Hong Kong heb ik mijn reis naar China enorm slecht voorbereid en heb ik tot nu toe werkelijk nog geen seconde aan Peking gedacht. Ergens in mijn achterhoofd zat de gedachte dat Peking de bakermat van de Chinese beschaving moet zijn, een soort Rome of Athene, een schitterende stad met met overal de goed bewaarde overblijfselen van duizenden jaren geschiedenis, gecombineerd met de modernste gebouwen en transportmiddelen daar China Peking als haar stokpaardje naar de rest van de wereld zal zien. Dit zal wel voor geen meter kloppen; ik weet dat de lucht er enorm vervuild is, er armoede heerst en dat er waarschijnlijk enkel hoge en saai uitziende flats in het centrum zullen zijn. Bij aankomst in Peking, het is al avond, stap ik uit op een prachtig open station met een hypermodern design, omringd door hoge snelheidstreinen die de treinen in Europa qua technologie ver vooruit zijn aangezien ze veel nieuwer zijn. Het begin is in ieder geval goed.
Peking is de hoofdstad van China. De echte naam is eigenlijk Beijing en betekent letterlijk de ‘hoofdstad van het noorden’. Dezer dagen is Peking het politieke en culturele hart van het land en met 20 miljoen inwoners ook zeker geen kleintje. In 1990 was het gemiddelde inkomen van een inwoner van Peking nog € 570 per jaar, in 2000 was het € 2.960 en in 2011 was het alweer € 10.080. Dat illustreert wel aardig hoe enorm snel de welvaart hier stijgt, maar tegelijkertijd ook dat ze nog een lange weg te gaan hebben!
Waar je in Sjanghai, iets internationaler dan Peking doordat het een een grote rol speelt in het internationale zakenleven, nog redelijk regelmatig Engelse vertalingen ziet is hier bijna alles in Chinese karakters geschreven. Ik moet de metro nemen naar mijn hostel, maar heb geen flauw benul welk station in de buurt is en de kaart van de metro is ook volledig in het Chinees. Ik bel mijn hostel, maar de persoon aan de lijn spreekt enorm gebrekkig Engels en kan me niet echt verder helpen. Gelukkig neemt een willekeurige gast van mijn hostel de telefoon over (kwam ik halverwege het gesprek pas achter, ik dacht dat het gewoon een medewerker was) en weet me te vertellen uit welke Chinese karakters de naam van mijn station bestaat en wat de kleur is op de kaart van de metrolijn waarop het station ligt. Ik neem een kaart van de metro mee, omcirkel het station waar ik zijn moet alsmede het station waarop ik moet overstappen en weet met gebarentaal een Beijing Transport Card (een soort OV-kaart) te kopen. Hoewel ik pas een stuk of 20 Chinese karakters kan lezen ben ik wel redelijk gewend aan de symbolen en kost het me eigenlijk niet eens zoveel moeite om de juiste stations te vinden en te weten in welke richting ik moet vertrekken.
Vanaf mijn metrostation is het nog een wandeling van 10-15 minuten naar het hostel en de passerende taxi’s zijn bijzonder verleidelijk, maar nu ik zover ben gekomen wil ik het ook graag zelf afmaken. Ik loop meermaals in de compleet verkeerde richting (ik moest het doen met de vage richtingsaanwijzingen die ik over de telefoon had gekregen) en beland met mijn grote koffer en tas in donkere steegjes met foute types die me aanstaren, een moment waarop ik me gelukkig prijs dat ik die kleine Chineesjes waarschijnlijk zonder al te veel moeite op een bult zou kunnen vegen als de nood daar is. Na weer een mislukking keer ik terug naar een drukke straat en houd ik toch maar een taxi aan. Nadat drie taxi’s voor me gestopt zijn zonder me mee te willen nemen nadat ik hen het adres van mijn hostel laat zien, komen drie oude dames die dit alles van een afstandje gadegeslagen hadden op me af en gebaren dat ze mijn briefje willen zien. Ze lijken het adres te herkennen en gebaren dat ik achter ze aan moet lopen. Enorm blij met deze hulp volg ik ze, maar na tien minuten achter ze aan te lopen begin ik me te generen dat deze smalle kleine vrouwtjes, allen eind 70 schat ik, zo enorm veel moeite voor me doen. Tijdens de wandeling praten ze af en toe in het Chinees tegen me, waarna ik in het Engels terug praat en we hebben allemaal geen flauw idee wat we zeggen dus lachen we zoveel mogelijk om het in ieder geval duidelijk te laten zijn dat het met de beste bedoelingen is. Na een klein kwartiertje zie ik zowaar het bord van mijn hotel en ik weet niet hoe ze te bedanken dat ze me zo ontzettend geholpen hebben! Gelukkig weet ik hoe ‘dankjewel’ te zeggen in het Chinees (xiéxie in Pinyin – Pinyin is het vertalen van Chinese karakters naar een westers alfabet) en schud ik hevig hun handen nadat ze met een lach afwijzend reageren op mijn gebaar om wat van de bbq voor mijn hostel voor ze te kopen. Ik was speciaal op National Day naar Peking gegaan om de militaire ceremonies op het Tiananmen plein te kunnen zien, maar het is jammer genoeg te laat om daar nog heen te gaan. Maar who cares, ik ben eindelijk waar ik zijn moet! Ik drop mijn spullen in mijn 6-persoonsslaapkamer, drink een paar biertjes in de bar van het hostel en speel daar een paar potjes pool met een Portugees die ik in de bar ontmoet. De nacht op deze kamer met 5 andere personen is ontzettend lawaaierig en compleet zonder privacy, maar voor 6 euro per nacht niet slecht en het interesseert me eigenlijk helemaal niets om hier te moeten slapen. Het duurt dan ook maar even voor ik in slaap val en verlaat ik mijn bed vroeg in de ochtend om eindelijk een glimp van Peking op te kunnen vangen!
Dinsdag 2 oktober
Eindelijk kan ik dan naar het Tiananmen plein: met 440.000 vierkante meter het #3 grootste plein ter wereld, het politieke centrum van Peking en China en vooral ook een plein waar enorm veel geschiedenis aan vastkleeft. Zo is dit o.a. de plek waar Mao Zedong 63 jaar geleden de Volksrepubliek China is begonnen en zijn hier in 1989 honderden studenten omgekomen toen de Chinese autoriteiten de groep protesteerders hardhandig neersloeg, wat wereldwijd tot verontwaardiging leidde. Het is ook het plein waarop een van de bekendste foto’s uit de geschiedenis is genomen: die van de dappere man die ziels alleen een groep zwaar bewapende tanks de weg verspert. Ten noorden van het plein is de Tiananmen poort met een groot portret van Mao Zedong erop, een poort die leidt naar de Verboden Stad. Ten oosten van het plein is het Chinees Nationaal Museum, waar de propagandamachine op volle toeren draait. Ten westen van het plein is de Great Hall of the People, waarin het National People’s Congress (het Chinese parlement dat uit maar liefst 3000 leden bestaat, 80% daarvan is lid van de China Communist Party) en waar de president, premier en de rest van het nationale bestuur zetelt. Op het plein zelf wappert de nationale vlag, die elke dag met een grootse militaire ceremonie op- en afgetuigd wordt en staan enkele monumenten. Met afstand het grootste gebouw op het plein zelf is het Mao Mausoleum. Nadat Mao Zedong in 1976 overleed, werd zijn lichaam gemummificeerd en opgeborgen in dit mausoleum, open voor bezoekers ‘om de Chinezen voor altijd door deze held te kunnen later inspireren’. Ik vind het maar een griezelig idee dat naast Hitler en Stalin een van de drie grootste moordenaars van de afgelopen eeuw hier zo geëerd wordt en dat het zelfs dusdanig populair is dat je 2 uur in de rij moet staan om zijn dode lichaam te aanschouwen, iets waarvoor de Chinezen van ver komen. Het is een gek idee om hier te staan en ik probeer me voor te stellen hoe het hier geweest moest zijn toen precies op deze plek al die honderden mensen hun dood vonden. Ik kan hier wel uren rondlopen, maar moet weg om naar mijn nieuwe hostel te gaan waar Benjamin en Tamer vandaag aankomen en waar we de rest van de week met zijn drieën een kamer zullen delen.
Ons hostel is op slechts een kwartiertje loopafstand van het Tiananmen plein en ligt dus vrij centraal. Wat de locatie van ons hostel zo fantastisch maakt is dat het zich midden in een ‘hutong’ bevindt. Hutongs zijn traditionele woonwijken waar je duidelijk ziet hoe Chinezen in de grote steden als zo’n honderd jaar leven. Het bestaat uit een doolhof van kleine, smalle straatjes met aan beide zijdes kleine, lage en redelijk bouwvallige huisjes. Dit is hoe de arbeids- en middenklasse hier al talloze generaties woont en als je erdoorheen loopt heb je echt het gevoel het authentieke Chinese stadsleven te zien. Dag en nacht is het hier bezaaid met lokale bewoners, midden in de nacht spelen de buren bordspellen met elkaar op straat of vieren ze een feestje op straat met wat eten en zelfgemaakte muziek, alle bewoners moeten gebruik maken van een gezamenlijk toiletblok (vrijwel elke straat heeft er eentje) en het barst hier van de bbq’s en kleine eettentjes. Er valt hier van alles heerlijks te eten, het ene nog beter dan het andere, maar zoals altijd in China moet je goed op je neus afgaan: het komt vaak genoeg voor dat het in de buurt van het eten ruikt alsof er net een riool is opengetrokken en dan weet je dat je wegwezen moet en een andere plek moet zoeken. Midden in de hutong gaan wij op onze eerste gezamenlijke dag naar een moslimrestaurant, waar ik zeldzaam lekker vlees gegeten heb en je als je buiten zit bovendien een mooi uitzicht over het levendige straatje hebt met op de achtergrond de islamitische muziek uit het restaurant.
Tamer en Benjamin hebben het Tiananmen Square nog niet gezien, dus daar gaan we nu eerst naartoe. Geen probleem voor mij, want het is inmiddels avond en ik wil het ook wel eens in het donker zien. Ze zijn beiden al net zo onder de indruk als ik was (en nu weer ben). Na ons bezoek aan het plein nemen we een taxi naar het Houhai meer, een tip van een vriend van Tamer die in Peking studeert. Dit is echt een toffe locatie: het is een redelijk groot meertje, met bootverhuur op het meer zelf en talloze bars, eettentjes en nachtclubs rondom het meer. Alles was prachtig verlicht, het was gezellig druk en ik heb geen enkele bar zonder livemuziek kunnen ontdekken, dus je kunt wel nagaan hoe goed de sfeer er hier inzat. Bij enkele eettentjes kon je de meest rare gerechten krijgen (schorpioen, slak, rupsen, larven, zeesterren, kikkers, hond etc.), maar dit was eigenlijk op slakken na de enige keer dat ik een raar gerecht zag in China. In 99% van de gevallen serveren ze hier gewoon doodnormale gerechten, maar dan op zijn oosters natuurlijk. Ik heb hier wel voor het eerst in mijn leven een stuk van een hond gegeten. Smaakte als kip die veel te taai en doorbakken was, dus kreeg het amper weg. Geen enorme aanrader ofzo. Kat is dan nog beter. We hebben nog een aantal lokale lekkernijen geprobeerd (ik kan jammer genoeg echt niet beschrijven wat het voorstellen moest, maar wat was het lekker!) en hebben toen een aantal biertjes gekocht en zijn daarmee op de waterrand gaan zitten met de benen boven het meer, een schitterend uitzicht en een livegitarist recht achter ons en we kletsten enkele uren alvorens we een taxi terug naar het hostel namen.
Woensdag 3 oktober
Vandaag gaan we vroeg uit bed, want we hebben een druk programma! Na een vlug ontbijt ergens op straat zijn we weer naar het Tiananmen gelopen, aangezien de Tiananmen Poort ten noorden van het plein naar de Verboden Stad leidt. De Verboden Stad werd gebouwd in 1406 en was de woonplaats van de keizer van het Chinese keizerrijk. Alleen zijn staf was het toegestaan om binnen de muren van de stad te komen en voor de rest van de buitenwereld was het verboden terrein. Tot 1912, het jaar waarin de laatste keizer van China viel, werd de Verboden Stad hier nog voor gebruikt. Het is vrij bijzonder om hier doorheen te lopen en de gebouwen en pleinen die je hier vindt zijn echt ontzettend indrukwekkend, helemaal als je een tijdje naar een en hetzelfde gebouw blijft staren en steeds meer details ontdekt. Jammer genoeg is het wel ontzettend druk doordat het zo ongeveer de enige nationale vakantieweek in China is en Peking nu overspoeld is met (Chinese) toeristen. Het is dat we alleen de hoofdroute hebben genomen, maar als we ook alle subpaleizen in de Verboden Stad hadden willen zien hadden we wel een uurtje of 4 a 5 nodig gehad voor deze enorme plek. Een andere reden dat we veel tijd nodig hebben is dat Benjamin constant gevraagd wordt om met anderen op de foto te gaan. Benjamin is blond en tussen de 1,90 en 1,95 meter en is voor veel Chinese toeristen die hier vanuit het platteland een keer naartoe komen een attractie en velen willen dan ook met hem op de foto om dan straks thuis aan hun vrienden te kunnen bewijzen dat ze toch echt een grote blonde westerling in het echt hebben gezien! Elke paar minuten gebeurt het weer dat iemand hem aanhoudt voor een foto.
Als we aan de achterzijde er weer uit lopen eten en drinken we wat (waar je ook bent in dan wel Sjanghai of Peking, werkelijk overal kan je wat water, meloenen, noten, vlees of wat dan ook kopen van de vele straatverkopers) en nemen we de bus. De bus is elektrisch, net als de meeste taxi’s hier, want Peking is bezig met een gigantisch investeringsprogramma om de lucht hier te verschonen. We stappen uit bij het Zomerpaleis. Althans, ergens in de buurt ervan. Gelukkig weet ik hoe het in het Chinees te benoemen dus na een paar keer vragen en steeds in ongeveer dezelfde richting gestuurd te worden vinden we het! Het Zomerpaleis is gebouwd aan de rand van Peking, op een heuvel midden in de natuur, met aan de achterzijde het grote Kunming meer. Het dateert van de 12e eeuw en diende altijd als een buitenverblijf van de keizerlijke familie. Ik kan alleen maar zeggen dat het schitterend is en dat je bovendien een mooi uitzicht over Peking hebt naarmate je steeds verder omhoog klimt.
Na afloop eten weer wat op straat en drinken een biertje en praten we wat na over wat we vandaag allemaal al wel niet gezien hebben, het is inmiddels avond, om vervolgens de metro te pakken naar de Olympic Green (de Olympische buurt). Niemand zal vergeten zijn dat Peking in 2008 nogal spetterende Olympische Spelen organiseerde en we reizen recht naar het hart van waar dit allemaal plaatsvond. Zo zie ik het bekende stadion met de bijnaam ‘het vogelnest’ (als je het ziet weet je waarom het die naam heeft gekregen) waar Usain Bolt zijn twee wereldrecords gelopen heeft, het Aquatics Center, het zwemstadion dat eruit ziet alsof het opgebouwd is uit waterdruppels en het tennisstadion, indoor stadium, Olympische plein etc. etc. Ik dacht dat het saai zou zijn en wilde hier helemaal niet heen, maar op aandringen van Benjamin en Tamer toch maar meegegaan en het bleek eigenlijk ontzettend vet om dit allemaal te zien!
’s Avonds laat drinken we enkele biertjes in Sanlitun, een uitgaansgebied in een vrij internationale wijk waar ook alle ambassades zitten en bbq’en we nog wat na, alvorens weer naar het hostel terug te keren.
Waar we ook lopen of met een taxi rondrijden, telkens weer valt het me op hoe schitterend en indrukwekkend Peking kan zijn. Hoewel de skyline van Sjanghai wellicht indrukwekkender is (in Peking mogen de gebouwen niet hoger zijn dan een vastgestelde limiet) vind je hier talloze echt schitterende straten, bezaaid met authentieke panden en rode lampionnen, grote parken en meren, redelijk indrukwekkende 10-baanswegen omringd door zowel oude statige panden als moderne architectuur, maar ook de krioelende hutongs en de vele oude, gebroken, donkere en verlaten steegjes. Mooi kan je die wellicht niet altijd noemen, maar oh zo charmant. Bij elk verborgen zij-ingangetje in een verlaten steeg die ik tegenkom kan ik me niet bedwingen om erdoorheen te gaan om te ontdekken wat zich dáár nou weer bevinden zal. I love this place!
Donderdag 4 oktober
Donderdagochtend gaan we naar de Temple of Heaven. Ondanks de drank van gisteravond weet ik me op tijd uit bed te wurmen, maar dat geldt niet voor iedereen waardoor we een uitgebreid ontbijt overslaan en we wat op straat moeten kopen. Opzich geen probleem, want we eten aldoor op een willekeurige plek op straat en dat is eigenlijk ook veel leuker! Ik zie een klein bakkerszaakje, wijs daar iets aan dat er goed uitziet en zeg op z’n Chinees dat ik 1 wil. Bij wat ik hier gewend ben schrik ik van de prijs (1 euro 30), maar dan blijkt ineens dat ze me niet 1 broodje maar 1 kilo van dat spul geeft. Werelddeal dus!
De Temple of Heaven is ook in 1406 gebouwd en is een groot complex met een Taoïstische tempel, waar de keizer van China allerlei religieuze ceremonies uitvoerde. Eromheen is een groot park en ook dit gedeelte was altijd afgesloten voor normale bezoekers. In de parken zijn allerlei monniken aan het trainen op kung fu, een enkeling zelfs met een levensecht zwaard. De tempel zelf is het hoogste gebouw ooit dat volledig van hout gebouwd is en ziet er schitterend uit.
Als we uitgekeken zijn, gaan we naar de Yonghe tempel, een van de grootste boeddhistische tempels ter wereld. Het is een prachtige plek en de lucht is gevuld met wierook, dat overal om me heen aan het branden is en voor een heerlijke geur zorgt. Echter heb ik nu zoveel tempels gezien dat het me allemaal niet zo ontzettend veel doet en ik in mijn hoofd eigenlijk al meer met het avondeten bezig ben dan met deze plaats.
In de avond gingen we namelijk naar een vrij bekend restaurant om daar eindelijk eens de specialiteit van de lokale keuken uit te proberen: Peking eend! De kok beschikte over een volledige, inclusief kop etc., geroosterde en geprepareerde eend, waar hij vervolgens met een vlijmscherp bijltje kleine stukken vanaf sneed. We kregen een schaaltje met stukjes uit de eendenborst, een schaaltje met huid en een schaaltje met vlees weggesneden uit de dijen. Ik had nog niet eerder een eend gegeten, dus was erg benieuwd naar de smaak. Bleek echter ontzettend lekker te zijn en is zeker voor herhaling vatbaar! Het was bovendien een waar feestmaal, want afgezien van de schalen met eend werd de tafel helemaal volgezet met allerlei soorten groente, vlees, geroosterd brood, noodles, loempia’s en uiteraard de grootste flessen bier waarover ze in het restaurant beschikten. Kostte uiteindelijk 7 euro per persoon, wat zo ongeveer ons duurste avondeten in China was, maar natuurlijk nog steeds helemaal niets voorstelt!
Vrijdag 5 oktober
Vandaag staan we erg vroeg op, want we gaan eindelijk doen waar ik zo ongeveer het meest naar uitkeek: naar de Great Wall of China! De bouw van de muur begon 2600 jaar geleden ten hoogte van de (op dat moment) noordelijk grens van China en werd eeuwen lang gebruikt als verdedigingslinie om het Chinese keizerrijk te beschermen tegen haar diverse vijanden. De Chinese muur is in totaliteit ca. 21.000 km lang en is het enige bouwwerk ter wereld dat je vanuit de ruimte met het blote oog kan waarnemen. Een ontzettend populair gedeelte van de Chinese muur voor toeristen is Badalin; we hoorden dat er gisteren maar liefst 60.000 toeristen naar dit gedeelte van de muur waren gegaan. De muur is daar volledig gerestaureerd, ziet er dus groots uit, en barst van de mensen en souvernierswinkeltjes. Dat is niet waar wij nu heengaan; op internet hebben we gevonden dat er in de buurt een gedeelte van de muur is dat volledig ongerestaureerd is en dus nog in originele staat verkeert (dit gedeelte is gebouwd in de 6e eeuw n.Chr.) en waar je zo goed als geen toeristen tegenkomt. Veel beter!
We komen aan bij een gedeelte waar er een groot gapend gat in de Chinese muur is. Dit is namelijk de locatie waar Koning Chuan het leger van de Ming Dynastie versloeg en door de muur gebroken is om vervolgens verder naar Peking te trekken (de keizer hing zichzelf op aan een boom in de Verboden Stad voordat Chuans leger aankwam – die boom staat er overigens nog en heb ik ook gezien – en dat betekende het einde van die dynastie). We lopen vanaf hier de muur op. Er zijn hier nog wat hekjes en het een en ander is gerestaureerd, maar als we over de muur heenlopen in westelijke richting komen we binnen 15 minuten bij het ongerestaureerde gedeelte. Het lopen is erg zwaar, omdat het vaak echt ontzettend stijl is en er bovendien veel stenen van het pad ontbreken of los zitten. Miljoenen mensen zijn omgekomen bij de bouw van de muur en al hun lichamen zijn verwerkt in de fundering van de muur, wat een raar gevoel geeft als je eroverheen loopt. Ik schat dat er om de 50 meter een wachttoren is. Op elke meter stond vroeger een soldaat van het Chinese keizerrijk de wacht te houden. Links van me is China en rechts van me is wat in die tijd Mongolië was (tegenwoordig hoort dit gebied ook bij China). Het uitzicht is schitterend, want het bevindt zich midden in de bergen. Hoever je ook kijkt, je ziet de Chinese muur in de verte doorkronkelen over alle bergen heen, steeds maar weer op en af, en het lijkt wel alsof er geen einde is! Na een uur lopen moeten we echt bijkomen, want het is een stuk stijler dan de bergen die we tot nu toe in en rondom Hong Kong verkend hebben. Als we op een redelijk hoog punt belanden, klimmen we van de muur af om er recht naast een tijdje tussen de bossen te zitten. Hier heb je geen last van de wind (voor het eerst sinds ik in Azië ben, waar het nog steeds constant rond de 30 graden is, dat ik het koud heb vanwege de koude wind op mijn bezwete shirt!) en heb je een prachtig uitzicht over de bergen en de Chinese muur die eroverheen loopt. Na een ruim uur houden we het voor gezien en beginnen we aan de tocht terug. De muur is hier lang niet zo groots als op de populaire gedeeltes, omdat het hier niet gerestaureerd is, hierdoor is de toch ook iets gevaarlijker. Maar doordat het allemaal origineel is, is het eigenlijk alleen nog maar toffer. Ik kan niet anders zeggen dan dat de muur diep indruk op me heeft gemaakt en zelfs een van de meest indrukwekkende dingen is die ik ooit gezien heb!
Bij terugkomst in Peking eten we in een lokaal restaurantje, waarna Tamer en Benjamin terugkeren naar het hostel. Zij hebben namelijk totaal geen zin om me te vergezellen bij wat ik nu ga doen, maar ze beloven wel te wachten op me tot ik terug ben dus who cares. Ik ga namelijk naar de opera! De Peking opera is beroemd in heel Azië en een van de belangrijkste culturele vormen in China. Ik laat de opera me van mijn hotel ophalen met een taxi. Het blijkt een fietstaxi te zijn! Een elektrische fiets, maar toch. Ik zit in een klein karretje achter de fiets en de chauffeur fietst me dwars door de smalle straatjes van de hutong naar de grote weg en ik verbaas me tijdens de rit constant over de rare capriolen die mijn chauffeur uithaalt. Op een gegeven moment fiets hij zelfs dwars tegen al het aankomende autoverkeer in op een 6-baansweg! Hoewel het enigszins beangstigend is kan ik eigenlijk alleen maar lachen om de situatie, vraag ik me weer eens af hoe ik in vredesnaam alleen in een kar achter dit fietsje midden op straat met al het tegengaand verkeer ben beland en voel ik me zo’n typische westerse toerist die op bezoek is in China en zich even lekker gemakkelijk rond laat rijden door die arme fietser.
De opera is compleet verschillend vergeleken bij wat je in Europa kan verwachten. Een van de belangrijkste aspecten van de Peking opera zijn de make-up (gesminkte gezichten), maskers en kostuums. Elke kleur en vorm van masker heeft zijn eigen betekenis en aan het uiterlijk van de acteurs kan je afleiden wat voor een soort rol het is en over welke karaktereigenschappen ze beschikken. Het bestaat voornamelijk uit gezongen dialogen en verder uit dans en kung fu gevechten. Uiteraard ontbreekt de live-muziek met trommels, panfluiten etc. ook niet! Het gezang is bij tijd en wijle werkelijk niet om aan te horen, tijdens een normaal muzieknummer is het fantastisch maar als het slechts dialoog betreft zonder muziek is het een soort mix van gejammer en gekrijs met een hoge piepstem. Ik heb een klein apparaatje bij me waarop telkens een Engelse vertaling verschijnt van wat er gezongen wordt, dus ik kan alles volgen. Hoogtepunt van de avond was de scène waarin twee soldaten die elkaar vijand zijn zogenaamd in het pikkedonker op zoek zijn naar elkaar om elkaar aan te vallen, en daarin weergaloze kung fu laten zien waarin ze elkaar constant nét niet raken, wat erg komisch is omdat ‘de soldaten’ dat natuurlijk niet doorhebben doordat ze niets kunnen zien in het donker. Al met al heb ik het eigenlijk ontzettend naar mijn zin en ben ik blij dat ik ook hier wat van heb meegepikt! Het eersteklas-operaticket en de taxi waren gezamenlijk een euro’tje of 18, waar je in Nederland dan al gauw 100 euro kwijt bent, dus daar hoefde ik deze kans ook niet om te laten!
Als ik terugkom in het hostel kleed ik me gauw om en duiken we een lokale bar in om wat te drinken. Hier ontmoeten we een Duits meisje, Alexandra, die vanaf aankomende maandag als stagiaire zal werken bij de Duitse ambassade in Peking en net de dag hiervoor in haar eentje is aangekomen. Ze zit een paar uur bij ons aan tafel en dan nemen we met zijn vieren (Alexandra wilde eigenlijk vroeg uit bed om op appartementenjacht te gaan, maar feesten in de hoofdstad van China is leuker zegt ze!) een taxi naar Sanlitun, een tof uitgaansgebied in Peking. Benjamin en Tamer hadden toen ik in de opera was opgezocht wat de allertofste nachtclub van deze enorme stad schijnt te zijn en uiteraard is dat ook de plek waar we nu naartoe gaan! De entreeprijs is voor Chinese begrippen enorm hoog, maar vergeleken bij Europa stelt het nog steeds niets voor. Wat opvalt is dat je in Peking zelf echt bijna geen westerlingen tegenkomt, maar dat toch zeker 20% van de bezoekers aan deze discotheek van westerse afkomst is. De Chinezen zijn dan ook nog niet echt van die clubbers; ten eerste hebben velen het geld er nog niet voor en ten tweede is er hier nog niet zo’n enorme uitgaanscultuur doordat de huidige generatie jonge Chinezen pas de eerste is die überhaupt de kans hebben om naar iets als een discotheek te gaan. Twintig jaar geleden waren die er hier helemaal niet, maar nu springen ze overal uit de grond. Van de informatie die Tamer en Benjamin op internet hadden gevonden bleek niets gelogen! We hebben hier alle vier een enorm goede tijd, zitten een tijdje aan een VIP-tafel met een paar Chinezen die ons daarvoor uitnodigden en dansen vervolgens de hele nacht op verschillende podia tot de zon opkomt! Wat is het vet stappen in Peking zeg! Weer compleet anders dan stappen in de grote Nederlandse steden, Hong Kong of Sjanghai maar wel vooral gewoon weer ontzettend goed en speciaal!
Zaterdag 6 oktober
Vandaag slapen we redelijk uit, niemand had er veel behoefte aan om een wekker te zetten. We hebben allemaal een klein katertje, maar het valt gelukkig mee. Als we dan toch echt wakker zijn, gedoucht en ontbeten hebben, gaan we naar de Beijing Zoo! Het is een enorme dierentuin met als grootste attractie natuurlijk de pandaberen! En pandaberen heb ik hier inderdaad genoeg gezien, echt hele toffe dieren! Al is het maar omdat ze 14 uur per dag alleen maar aan het eten zijn, kon zo familie van mij zijn. Verder kun je het zo gek niet bedenken of zie je het hier wel, inclusief ijsberen, witte tijgers, neushoorns etc. Kost een dagje dierentuin in Nederland al gauw 25 euro per persoon, wij betaalden gewoon maar 2 euro! Had ik overigens liever iets meer betaald en dat ze in ruil daarvoor wat meer schoonmaakpersoneel aan zouden nemen, want sommige plekken in de dierentuin zijn zo smerig (de Chinese bezoekers gooien hun afval overal neer, zelfs in de hokken van dieren) dat het haast niet tof meer is om daar rond te lopen. Sowieso verbaasde het ons hoe massaal de bezoekers alle ‘niet voeren-bordjes’ negeren; ze gooien hier zelfs rustig chocoladerepen naar de beren. Ondanks dat alles hier een hele toffe middag gehad!
In de namiddag struimen we allerlei markten af in de kleine straatjes van een schitterende authentieke Chinese buurt, waarbij uiteraard niets gekocht wordt zonder op zijn minst 90% van de prijs af te dingen! Ik koop zelf het bekende rode boekje, gevuld met quotes van Mao Zedong waarin de basis van het Maoïsme/communisme wordt gelegd en wat altijd verplichte kost was op alle Chinese scholen.
We eten wat en gaan dan weer naar het Houhai meer voor onze laatste avond in Peking. Dit keer huren we zelf ook een 4-persoons elektrisch bootje met dak, nemen we wat drank en eten mee op de boot, en varen we anderhalf uur in het rond om op het water wat loze Chinese kreten te roepen naar alle voorbijgangers. Erg relaxed! We zorgen dat we voor middernacht terug in het hostel zijn aangezien we midden in de nacht uit bed zullen moeten om ons vliegtuig te halen.
Zondag 7 oktober
Tegen vijven in de nacht gaat de wekker! Benjamin en ik pakken zo snel als we kunnen al onze spullen in en nemen afscheid van Tamer, die uit kan slapen omdat hij pas om 2 uur ’s middags de trein terug naar Sjanghai hoeft te nemen. Het is leuk om onze hutong op dit tijdstip te zien, er zijn al ontzettend veel mensen op en iedereen is bezig hun kleine winkeltje of restaurantje weer gereed te maken voor een nieuwe dag. We nemen de metro naar Beijing Capital International Airport en zijn gelukkig net op tijd. Een man biedt aan om ons te helpen de gate te vinden etc., maar wil daar dan 200 yuan voor hebben: ja daaaag! Bij de douane moet ik alles uit mijn broekzakken halen en dan blijkt dat het rode boekje er nog in zit. Als ik het op de band neerleg krijg ik een glimlach, een thumbs up en ik kan zonder problemen doorlopen. Het vliegtuig zag eruit alsof het uit het stenen tijdperk kwam, dus ik was er niet erg gerust op, maar het bleek gelukkig een rustige vlucht en al gauw kwamen we aan op Hangzhou Xiaoshan International Airport. Hangzhou is een stadje ten zuiden van Sjanghai met een kleine 9 miljoen inwoners, werd in de 13e eeuw door Marco Polo al eens de mooiste stad die hij tijdens zijn reizen had gezien genoemd en wordt door de Chinezen nog altijd de ‘hemel op aarde’ genoemd. Misschien hier ook maar eens een kijkje nemen later dit jaar? Daar is nu in ieder geval geen tijd voor, want binnen twee uur moeten we de vervolgvlucht naar Hong Kong nemen. Waar het normaal gesproken voor je geregeld wordt door het luchthavenpersoneel dat je koffers van vliegtuig A naar vliegtuig B vervoerd worden, moet ik hier gewoon mijn koffers ophalen en dan vliegensvlug weer inchecken voor de vervolgvlucht. In de namiddag ben ik na 10 dagen weer terug in Hong Kong en nemen we een bus naar huis, waar Phillip en Pascal al wachten aangezien ze een welkomstfeestje hebben georganiseerd in de kroeg!
Al met al vond ik Peking echt een verschrikkelijk mooie en interessante stad! Er is zoveel te zien dat ik nog lang niet klaar ben met deze stad en zeker eens terug zal keren. Ook is het erg tof om eens een kijkje te hebben kunnen nemen in het hart van deze opkomende supermacht. Ik denk dat als je hier om de 5 jaar komt, het elke keer weer behoorlijk anders is doordat de stad (alsmede China zelf) zo ontzettend snel verandert. Ik zou iedereen willen aanraden om deze stad eens te bezoeken! De Chinezen zijn erg gastvrij en het eten is hier ronduit fantastisch! Vergeleken bij al het ontzettend heerlijke eten hier moet ik er toch niet aan denken straks in Nederland weer zo’n saaie smakeloze aardappel te moeten eten!
De reis naar China was al met al fantastisch en echt helemaal perfect! Heb heel sterk het gevoel dat dit de tijd is waarin ik in China zijn moet omdat het zo'n unieke kans is om de nieuwe wereldwijde supermacht, die de rol van de Verenigde Staten zeer binnenkort over zal nemen, eens met eigen ogen te bekijken en te bestuderen nu ze nog aan het opkomen zijn, zich ontzettend snel ontwikkelen en met de dag veranderen. Ben blij dat ik hier geweest ben. Bovendien hebben we hier een ontzettend goede tijd gehad, we zagen dan ook tegen het moment van vertrek op! Maar nu het zover is, is het toch ook wel lekker om na 10 dagen afwezigheid weer thuis in Hong Kong te zijn, waar alles het gewoon doet, waar alles modern is, waar de straten niet allemaal kapot zijn, waar je een hoop groen hebt in plaats van de vele compleet kale straten in China, waar een hoop mensen Engels spreken en waar het verkeer niet zo’n enorme chaos is! Het enige wat weer even wennen is, is de temperatuur: bij aankomst is het hier 32 graden en behoorlijk vochtig, dus weer lekker zweetweer!
----------------------------------------------
Dit geeft een redelijk goed beeld van hoe de straatjes in de hutongs (waar ook ons hostel zich in bevond) er ongeveer uitzien, twee verschillende filmpjes waarin we eten in verschillende straten in de hutong: http://youtu.be/y6HV3z6d0Cg
Filmpje Tiananmen plein (klein gedeelte ervan) te zien via http://youtu.be/PlUiblN_yMA
Zijstraatje rondom Houhai meer te zien via http://youtu.be/9Vu53yyxglw
Stukje van de Verboden Stad te zien via http://youtu.be/nsyH0szH-NU
Filmpje van de Chinese muur (we staan er hier een stukje naast, niet erop) te zien via http://youtu.be/hh1DeMmGdLM
Fietstaxi van hostel naar opera (eerste gedeelte door hutong): http://youtu.be/7Pq8qxVfLFU
Alle foto's van dit verslag vind je hier (in omgekeerde volgorde, dus rechtsonder beginnen en linksboven eindigen): http://matthijshongkong.waarbenjij.nu/fotoboek/reisverslag/small/4401667/9b-peking
-
17 Oktober 2012 - 16:08
Matthijs :
Foto's en filmpjes volgen binnenkort! ;) -
18 Oktober 2012 - 12:56
Mem:
Oh Matthijs, wat moet ik af en toe lachen om je verhalen. Zoals die chinese vrouwtjes, die jou helpen je hotel te vinden!!! Zelfs in China kun jij niet zonder moeders!!! Haha. Maar vind het knap hoor, zoals jij je redt. En dat je hond eet..... ik zal het niet doorvertellen aan Bram. Gelukkig maar dat je het niet lekker vond, zou onze hond de bibbers hebben, als jij thuis komt. Benji wordt echt als een attractie gezien, woeste viking uit het noorden!! En ik zag jullie al helemaal voor me daar op het Houhaimeer, roepend en drinkend....Maarre, een stamppotje gaat er dus niet in als je weer thuis bent??? Haha. Ik ben bang, dat je daar blijft, als ik zo je enthousiaste verhalen lees. Geniet ervan. Ik geniet van mijn chinese soap!!
Doei
-
04 November 2012 - 17:20
Joey:
Waren vast mooie vrouwtjes! -
05 November 2012 - 12:22
Matthijs:
?
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley